De vroedvrouw waste rare gedachten weg…

De geboorte was niet helemaal hocus pocus goed verlopen. Een lastige loskoming. Een moeilijke persing, een verfrommeld kind met wallen en een teutkop.

De vroedvrouw had gesupporterd, aangemoedigd, keuze gelaten, gemasseerd, en af en toe toch redelijk directief opgetreden.

Na de geboorte had Bobby langdurig en warm op de moeder gelegen, gesabbeld en gedronken, geslapen. In een geur van inwendig. In een geur van bloed en vruchtwater, met plakkerige haartjes en een rare wiebelnavelstreng. Gelegen in verwondering. In bewondering.

De moeder  dacht rare gedachten: ‘als ik eens goed aan die navelstreng zou trekken, dan loopt de baby leeg, als een ballon”, maar ze deed het niet. Ze dacht het gewoon.

De vroedvrouw nam de baby mee voor een check-up en metingen en om wat kleren aan te doen, en de moeder  dacht: “die zalf op de baby is van mij, die moet ik afschrapen, en smeer ik straks op mijn borsten, dan ruikt Bobby mij”. Ze deed het niet, ze dacht het alleen.

Toen kwam de vroedvrouw om haar te wassen. Ze had veel tijd zei de vroedvrouw, en ze wou een wellness-bedbad geven aan de pasbevallen moeder.

Ze legde alles klaar : de naadloze beha, de zachtste pyjama, sokken, de warmste handdoeken en géén zeep, ook een supergrote netbroek en olifantenverbanden. De vroedvrouw deed de gordijnen dicht, en de partner ontstak op spitofy zachte porseleinen muziek van Moby- heel stil.

De vroedvrouw nam een grote  teil vol met  warm water, dekte de moeder helemaal af met een dikke witte molton en zei zachte woorden, terwijl de baby lag te dutten op de papa’s borst.

Ze kleedde de vrouw helemaal uit, en zei: “ik ga niets meer zeggen. Sluit je ogen, we gaan terug naar jouw begin”.

De vroedvrouw nam een dik washandje, en waste de gesloten ogen van de verse moeder. Zachtjes, lief, op het gemak. Enkel water. Ze waste de wangen en het voorhoofd, en streek het haar van de moeder naar achter. Ze waste met zachte druk en warm water de haarrand, en de oren, en de oorschelpen en achter de oren, en de lippen en de neus,  en de hals en droogde het natte gezicht met volle aandacht en zachtheid.

Ze waste de vrouw haar borsten, en onder de borsten, en de tepels. En daarna de armen met voor en achterkant, en plooide de handen open waar nog geronnen bloed op hing, en waste vinger per vinger en trok aan de kootjes.  Zachtjes. No hurry. Ze spoelde de oksels. Warm water. Soppend. En deppend afdrogen.

De benen, nog zwaar en dik, mochten ploffen op de handdoek en werden teder gewassen: tot in de knievouwen, tot in de plooien en ribbels.

Ze waste de voeten van de vrouw. Van teen tot teen. Ze masseerde de enkels, en drukte op de voetzool, alsook op de voetendorsum, zowel links als rechts. Er zat héél veel spanning in het pasbevallen moederlijf. Ze smeerde de voeten in met een soort vaseline en deed de wollen sokken aan.

Ze vroeg de vrouw om zich op te heffen, om op de verwarmde pan te gaan zitten, en zich zeer goed uit te plassen. De vrouw plaste als een pas ontsprongen bron op een hoge berg. De urine klaterde in de pan. De vroedvrouw nam daarna een grote kan, en goot overvloedig en traag héél veel water over de gevoelige vulva. Het water mocht langzaam. De vroedvrouw droogde vervolgens met aandacht en observeerde alles : de onderbuik, het bloedverlies, de kneuzing.

Ze legde een fleece laken aan de linkerkant van de vrouw, en vroeg haar te rollen op de droge zachte onderlaag.

De vroedvrouw waste de vermoeide rug. Van boven tot beneden, van links naar rechts. Ze vroeg om de schouders te ontspannen en bevochtigde de rug royaal met zuiver water en droogde elke plooi . De billen tot slot werden uitvoerig als grote wangen gewassen, en de anus werd gedept en verzorgd. De ganse rug werd royaal gemasseerd en de onderkant geïnspecteerd.

Er was géén gesprek.

De vrouw draaide terug op haar rug. Haar kleding werd aangedaan, zoals zij het wou. De vroedvrouw borstelde haar haren in de ganse lengte, over en over, zoals een moeder de haren van haar kind borstelt, en legde toen Bob bij haar. Zonder woorden.

De wasteil en handdoeken werden opgeruimd.

De man, de vrouw en het kind bleven ononderbroken zachtjes wennen aan het leven samen.

Een ritueel had zich voltrokken. Een sluitingsritueel van een lang wonderlijk etmaal, met een deugdzaamheid van water en gevoelens.

Een openingsritueel voor het leven van Bob.

De vroedvrouw sloot de deur en maakte haar verslag op van wat ze gezien had. Dat was veel. Niet alles moest genoteerd worden. Oef.

Neske, de Wijzervrouw